Verfijnd poëzietijdschrift en boeiende vertaalworkshop tegelijk: ook in deze derde editie ontstaan er benaderingen, transformaties, poëtische dialogen en creatieve vonken door de wederzijdse overdracht tussen gedichten en dichters.
In deze Trimaran leggen we de focus op meertaligheid en meertalige poëtica. Dat is alvast te zien aan de selectie dichters die centraal staan: José F. A. Oliver uit Hausach, een dorp in het Zwarte Woud, ontmoet Maud Vanhauwaert uit Antwerpen. Daarnaast gaat dichteres en toneelschrijfster Özlem Özgül Dündar, die ook uit het Turks vertaalt, in dialoog met de meertalige Nederlandse dichter Dean Bowen.
In het tijdschriftgedeelte gebruiken Catharina Blaauwendraad en Annelie David hun eigen werk om het schrijven in vreemde talen te bespreken. Kila van der Starre onderzoekt of er in de openbare ruimte überhaupt meertalige poëzie te vinden is, alsook wat de functie ervan zou kunnen zijn. Stefan Hertmans reflecteert op Paul Celans Broken German en reageert op diens werk met zijn eigen gedichten. Ten slotte wagen Maud Vanhauwaert en José F. A. Oliver zich aan een meertalige pas de deux in een collaboratieve tekst.
In interviews, poëzie-aanbevelingen en essays belicht Trimaran ook de poëziescènes in Vlaanderen, Duitsland en Nederland. Zo begeleiden we in dit nummer de dichter Maarten Inghels op zijn poëtische rivierverkenningen in België met foto’s en nemen we met Alexandru Bulucz een verrassende kijk op hedendaagse Duitstalige poëzie.