Ook de vierde editie van het tweetalige poëzietijdschrift biedt eerste vertalingen, essays, interviews en inkijkjes in de actuele poëzie uit drie landen. In de vertaalwerkplaats – het hart van het tijdschrift – komt het tot een ontmoeting tussen Ulrike Draesner (D) en Peter Verhelst (BE) en tussen Radna Fabias (NL) en Dagmara Kraus (D).
Dichteres en romancière Ulrike Draesner schetst in haar omvangrijke gedicht ‘Penelope’ een mythisch-poëtisch vervolg op de Odyssee, waarmee ze een tegenontwerp biedt voor de mannelijk gedomineerde stichtingsmythe van Europa. De Vlaamse theatermaker en auteur Peter Verhelst benadert de (westerse) geschiedenis niet vanuit haar begin maar vanuit haar einde. De twee gaan een dialoog met elkaar aan over de politieke lading van waarnemen en poëzie, over vrouwelijke en mannelijke manieren van kijken en over uitgangspunten van hun manieren van schrijven. Ook de op Curaçao geboren dichteres Radna Fabias gaat in op de artistieke en maatschappelijke aspecten van haar werk, en in haar vertolkingen van gedichten van Dagmara Kraus onderzoekt ze een brede waaier aan vertaalstrategieën. In het leven van Dagmara Kraus speelt meertaligheid een grote rol, net als in dat van Fabias. Kraus gaat op essayistische wijze in op de samenhang tussen meertaligheid en radicaliteit in het werk van haar collega-dichteres. In het magazinedeel komen verschillende aspecten van de poëziescenes en van poëzievertalingen aan bod. Thomas Möhlmann vertelt in een interview over een recente enquête over de staat van de poëzie in Nederland en Vlaanderen, Max Temmerman laat de lezer kennismaken met het stadsdichterschap in Antwerpen en de mensen achter het Europese Literatuurfestival Köln-Kalk (‘ELK’) leggen uit hoe zij internationale poëzie naar hun stadsdeel brengen.